de magie achter surfboard design. Hier vind je alle benodigde informatie
om te weten waarom de ene surfplank bij je past en de andere totaal niet
werkt. Wil je binnenkort een golfsurfboard kopen of wil je er zelf een
shapen lees dan eerst deze guide over de dynamiek van surfboard design
en het shapen van surfboards.
Golfsurfboard design
Het ontwerpen en shapen van surfboards is complex en ontwikkelt zich bovendien
snel. Hier hebben wij informatie verzameld afkomstig uit verschillende bronnen om je
te kunnen voorzien van de meest complete en exacte guide. Deze geeft je inzicht in
de belangrijkste elementen om de surfplank waar je op surft beter te begrijpen en
hoe de shape je surfen beinvloed. De guide bestaat uit 2 delen en een
beginnersspecial. Het eerste deel beschrijft de verschillende soorten surfboards. Het
tweede deel is meer technisch en behandelt de specifieke elementen.
Hoe je als beginner toch de beste en meeste golven kunt surfen
Kies altijd voor een surfplank waarmee je veel golven pakt
Hoe meer golven je pakt, hoe sneller je leert surfen. Kies daarom altijd voor een board
waarmee je in kleine surfcondities veel golven kunt pakken.
Surf je nog niet zo lang of wil je gaan beginnen, dan is de dikte van een golfsurfboard het
belangrijkste waar je op moet letten. De dikte van een beginnersplank bepaald hoe makkelijk
je peddelt en een golf pakt. Ben je van plan een longboard te kopen dan is 2 ½ - 2 ¾ (inch)
de juiste dikte met een lengte tussen 8’0 en 8’6 voor surfers tot 75 kg. Ligt je gewicht tussen
de 75 en 90 kg koop dan een longboard met een dikte van 2 ¾ - 3 (7,62 centimeters) en
een lengte tussen 9’0 en 9’6. Is je gewicht hoger dan 90 kg kies dan voor een dikte van 3 - 3
¼.
Voor funboards en eggs, is dit 2 ¼ - 2 ½ voor surfers tot 75kg, 2 ½ - 2 ¾ tot 90kg en 2 ¾
- 3 voor de laatste categorie
Het voordeel van longboards is de stabiliteit en het drijfvermogen. Je kan moeiteloos op het
schuim door surfen. Je kan zelfs op golven accelereren die nauwelijks kracht bevatten. Je
kan ver op zee wachten op een golf en met een lange aanloop de eerste zijn die staat. Je
hebt dus een groot voordeel in de line-up en minder last van competitie. Een goede keuze
als je in Nederland surft. Het nadeel van longboards is dat ze lastig zijn te vervoeren.
Op beginnersniveau is de breedte van een golfsurfboard het minst belangrijk. Denk daarom
praktisch en kies een plank die je kunt dragen. Als je gevorderd bent dan wordt de breedte
een belangrijker punt. Vooralsnog is het als beginner belangrijk veel golven te pakken en je
niet druk te maken om shapers details zoals de outline curve van je surfplank.
De elementen voor beginners
Deck
De bovenkant van je surfboard heet het “deck”. De bovenkant heeft vaak een kromming wat
helpt bij rail to rail bewegingen.
Nose
De voorkant heet “nose” en steekt uit het water. Voor veel surfboard typen is de nose puntig.
Tail
De achterkant van je board is de ‘tail’. Er zijn een aantal verschillende designs voor de tail.
Rails
De rails zijn de zijkanten van een surfboard en lopen van de tail naar de nose. Net als de
verschillende tail shapes zijn er ook verschillende designs voor de rails.
Stringer
De strip in het midden van de surfplank is de stringer en is bedoeld ter versterking en
flexibiliteit.
Blauwe gedeeltes zijn de rails en zwarte streep is de stringer.
Deel 1:
[/size]De verschillende soorten surfboards
Kies voor meer surfplezier met de fish
Retro fishboard:
Fish boards maken sinds een aantal jaren een come-back en zijn ideaal voor de Nederlandse
surfcondities. Surf je al een tijdje en heb je al een shortboardje, maar surf je vooral op
golven tot 2m, overweeg dan serieus een fish er bij te kopen. Een fish staat garant voor veel
plezier doordat je snel accelereert en dus eenvoudig golven pakt. De eerste keer dat ik op
een fish stond, wilde ik er meteen eentje kopen. Met een fish pak je makkelijk golven,
dankzij de platte rocker, de dikte en de breedte. Hierdoor heeft een groot oppervlakte van je
surfplank contact met het water. De korte lengte maakt het board toch nog behoorlijk
radicaal. Ondanks deze lengte is dit board ideaal voor kleine of slappe golven (tot 2m).
Supersnel accelereren met de Fish.
Zelfs met slappe golven ga je razendsnel van start. Surf je veel in Nederland dan behoort
een fish absoluut tot je surfuitrusting. De moderne fish heeft drie vinnen en de traditionele
retro fish 2 (jaren ‘70). Op een kleine steile golf verplaats je je gewicht naar je achterste
voet. Je stapt op de brede achterkant van de fish en je accelereert als een gek. Op hogere
golven (als je genoeg kracht hebt om er van af te peddelen) reageert een fish nerveus. Vaak
gebruikt men een kleinere achterste vin om het board nog wendbaarder te maken (trick:
360). Door de breedte van het board is de transition van rail naar rail lastiger dan bij
shortboards. Behalve de breedte zorgt de platte rocker voor minder wendbaarheid. Wil je
toch radicaler surfen, kies dan voor een hybrid of een power fish met wat meer lengte en
minder breedte. Persoonlijk zou ik de platte rocker niet wijzigen in kleine surf.
Fish voor België
Lengte (1 foot = 30,05
cm)
Breedte (1 inch =
2,54 cm)
dikte (1 inch = 2,54
cm)
55-65 Kg: 6,0 19 3/8 2 3/8
65-75 Kg : 6,1 19 3/8 2 3/8
75-85 Kg : 6,2 19 1/2 2 3/8
85-95 Kg : 6,3 19 1/2 2 7/16
95-100 Kg : 6,4 19 3/4 2 1/2
Een fish board is onmisbaar bij surfen in kleine/ slappe surfcondities.
In kleine surfcondities surf ik een retro twin vin fish met een vlakke rocker,
dikke rails en een brede tail. De extra breedte en dikte in combinatie met een
vlakke rocker helpt je door de slappe secties.
De Egg: een Fish voor gevorderden.
Een Egg heeft veel overeenkomst met een fish, doordat zij ook over een vlakke rocker
beschikken en daarmee makkelijker golven pakt. Traditionele eggs hebben een vin, de
moderne modellen hebben vaak een 2+1 vin setup met een grote vin in de midden en twee
kleinere aan de zijkanten. De zij-vinnen zorgt voor meer grip in scherpere bochten. De
outline van een Egg zorgt voor betere bochten. Deze outline maakt een egg minder stabiel in
verhouding met een Fish-board en is daarmee minder geschikt voor beginners.
Voor de bovengemiddelde surfer kan deze shape ook werken voor medium hoge golven.
Dankzij de curve in de outline, hebben eggs een makkelijkere rail-to-rail transition dan een
fish en maken ze uitermate geschikt voor grote cutbacks. De platte rocker en snelle planing
(glijden), creëren dezelfde snelheid als een fish en passen beter bij de gevorderde surfers.
Leren surfen met een Mini Malibu
Een echte all-round surfboard
Een mini-malibu word vaak naar mijn mening onterecht gezien als een beginnersboard. Je
kunt er prima mee uit de voeten in zowel grote surfcondities als in kleine. Deze boards zijn
comfortabel in de branding. Je kan het board duck diven al gaat het niet zo makkelijk als
met een shortboard. De Mini Malibu heeft een nogal vlakke bodem en is gemaakt om te
accelereren.
Deze boards hebben minder drijfvermogen en zijn minder stabiel dan een longboard. Ze
varen bijna niet op schuim, maar je kunt scherper door de bocht. Vergeleken met
Shortboards heb je meer tijd om op te staan. De Mini Malibu reageert vergevingsgezind en is
goed te manouvreren.
Veel beginners klagen dat de punt van de Mini Malibu onder water duikt tijdens de start. Dit
ligt aan de techniek, niet aan het board. Je zal de positie op het board, het moment van
opstaan en de hoeveelheid kracht die je gebruikt met peddelen moeten aanpassen.
Veel gevorderden blijven surfen op een Mini Malibu vanwege het gemak, het voordeel in de
line-up en je kunt dezelfde tricks doen als met een shortboard. Als je gaat reizen en je weet
niet wat voor golven je tegenkomt, heb je altijd succes met de Mini Malibu!
Mini Malibu voor
Nederland:
Lengte (1 foot = 30,05
cm)
Breedte (1 inch =
2,54 cm)
dikte (1 inch = 2,54
cm)
55-65 Kg: 7,2 20 1/4 2 7/16
65-75 Kg: 7,4 20 3/4 2 1/2
75-85 Kg: 7,6 21 2 1/2
85-95 Kg: 7,10 21 2 9/16
95-100 Kg: 8,0 21 1/4 2 5/8
Radicaler surfen met een shortboard
Shortboards zijn gemaakt voor de prestatiegerichte surfers en maken het mogelijk de meest
scherpe bochten en radicale tricks te maken. Veel shapers volgen de designs van een aantal
toonaangevende shapers en maken daarbij kleine veranderingen in de tail en outline om zich
van elkaar te onderscheiden.
Wil je de radicaalste tricks en lijnen maken? Hier lees je welk shortboard jouw
performance verbeterd
Surf je al een aantal jaren en probeer je steeds nieuwe tricks dan is het kiezen van de juist
shortboard met name voor jou belangrijk. Een standaard shortboard heeft een enkele tot
dubbele concave met drie vinnen (thruster) en beschikt over veel rocker. Deze boards zijn zo
dun en licht mogelijk gemaakt, wat het peddelen lastig maakt. Voor beginnende surfers is
het daarom lastig golven te pakken met name in kleine/ slappe golven.
Wil je weten met welke shortboard jij de meest radicale tricks maakt lees dan verder in het
tweede deel.
shortboards voor
Nederland
Lengte (1 foot = 30,05
cm)
Breedte (1 inch =
2,54 cm)
dikte (1 inch = 2,54
cm)
55-65 Kg: 6,1 18 2 1/8
65-75 Kg: 6,3 18 1/8 2 1/4
75-85 Kg: 6,4 18 1/4 2 5/16
85-95 Kg: 6,5 18 3/8 2 3/8
95-100 Kg: 6,6 18 1/2 2 1/2
Voor de minder prestatiegerichte surfers zijn er veel variaties op shortboards. Deze variaties
zitten in de rocker, rail, dikte en breedte. Vooral de positie van het breedste punt is
belangrijk. Als je een liniaal op de bodem van het board legt zie je duidelijk de verschillen in
de shape: vlak, concaaf, dubbel concaaf, trippel concaaf en V-shape. Als je in Europa surft
heb je meestal een pak aan en ben je wat zwaarder. Het is aan te raden iets meer dikte toe
te voegen aan de standaard configuratie van je board.
Gun
Een Gun van 7,1 foot is gemaakt voor hoge (steile) golven en bedoeld voor de
vergevorderde surfer. Deze boards zijn lang, hebben veel front-rocker en zijn erg smal. De
rocker lijn en vin positie is niet geschikt voor kleine golven. De bodem en smalle vorm is
ontwikkeld om een hogere topsnelheid te bereiken en is niet gemaakt voor versnelling en
wendbaarheid. Met longboards door hoge golven peddelen valt niet mee en met een
shortboard kom je volume en lengte tekort om op een hoge golf te starten. Je kan hard
peddelen, maar de golf gaat onder je door. Met een kleine Gun kun je de golf duckdiven
(onder de golf door) en je hebt genoeg lengte om er van af (naar beneden) te kunnen
peddelen. Hoe hoger de golf hoe meer lengte je nodig hebt. Vergevorderde surfers nemen
vaak een shortboard en een kleine (semi) Gun mee op reis. Om het ongemak van 2 boards
te voorkomen is het aan te raden alleen een Travelboard (groot shortboard) mee te nemen.
Als je het niveau bereikt, zal je merken dat je op een Gun enorme (verslavende) snelheden
kunt bereiken. Je zult wel over veel ervaring, zelfvertrouwen en een goede conditie moeten
beschikken. Maar met je gun en golven van 2 tot 4 meter hoogte heb je meer succes dan met je shortboard.
Funboards
Funboards (zoals bijvoorbeeld de Mini Tanker) vind je in allerlei soorten en maten. De outline
lijkt op een egg, alleen is een funboard wat groter en heeft een andere vin set-up. Deze
boards zijn meestal bedoeld als extra board voor nostalgische, ervaren surfers. Soms komen
de shapes uit de periode toen het shortboard nog in ontwikkeling was. Ook al kan het een
goede keuze zijn, de shape blijft discutabel voor een beginner. Dit type board beschikt over
alle kenmerken van moderne surfboards zoals een matige rocker en een standaard rail.
Funboards hebben meestal een thruster vin set-up waardoor in combinatie met de geringe
volume en lengte het eenvoudig is te peddelen, golven te pakken en bochten te maken. Voor
de gemiddelde surfer bieden funboards het beste van twee werelden; het acceleren bij het
peddelen zoals een longboard en het bochtenwerk van een shortboard. De shape van een
funboard doet het goed in kleine tot medium surfcondities, in grotere golven is de funboard
niet geschikt.
Hybrid
Een Hybrid van 7,2 foot is een mix tussen Shortboard, Gun en Mini Malibu. Het lijkt veel op
een Mini Malibu maar heeft een andere rocker lijn. Een Mini Malibu heeft een vlakkere
bodem dan een Hybrid. Als je het board naast een Malibu op de grond legt, zie je dat het
board meer buiging heeft. Het board is gemaakt voor kleine en hoge golven. Minder stabiel
en wat radicaler dan de Mini Malibu.
Op sommige surfspots is de competitie intens en geeft de Hybrid net wat meer
mogelijkheden om de
Shortboards voor te zijn. Het board is populair bij surfergirls die net wat minder kracht
hebben in de armen. Een goed board voor de beginner met veel doorzettingsvermogen.
Deel 2: Surfboard shapes en designs, de
magie onthuld
Outline/template:
De outline of de template zijn de contouren van bovenaf gezien met een nose aan de
voorkant, rails aan de zijkant en een tail aan de achterkant. Over het algemeen geldt dat
langere, smallere templates geschikt zijn om sneller te surfen op hoge golven. Rondere
templates zijn langzamer in een rechte lijn, maar wendbaarder.
Rails:
Blauwe gedeelte zijn de rails, zwarte streep is de stringer ( houten latje)
De rails zijn de zijkanten van een surfboard, waar het deck (bovenkant) en de onderkant
samenkomen. Je intuitie zal je waarschijnlijk al vertellen dat een scherpere rail scherpere
bochten kunt maken. Een ronde rail zorgt dat je board in dezelfde richting blijft en dus
minder makkelijk bochten maakt. Ronde rails vindt je vooral op traditionelere longboards.
Hou je meer van het snellere bochtenwerk kies dan voor scherpe rails. De maten voor een
rail worden aangegeven als bijvoorbeeld 50/50 rails, wat betekent dat de verste punt van de
rail 50% van de onderkant ver is. 50/50 zijn dus ronde rails, kies je voor scherpere rail zorg
dan dat de verste punt dichter bij de onderkant ligt bijvoorbeeld 30% (70/30):
Round rail – rond, halve cirkel.
Egg rails – net als ronde rails, maar steken verder uit, zodat je meer grip krijgt in de golf.
50/50 rails – steken nog verder uit met met het verste punt tussen deck en onderkant
60/40 rails – zelfde als 50/50s, maar met de punt dichter bij de onderkant.
Down rails – De rand van de board bevind zich helemaal aan de onderkant.
Soft rail – heeft een radius van ten minste een halve inch
Hard rail – heeft een radius van 1/8 inch of minder.
Harde rails, vooral in de tail zorgen er voor dat het water van onder de surfboard weg
stroomt, waardoor je snelheid en wendbaarheid creëert. De volume/ dikte van de rails is
ook van belang. Dikke rails zijn geschikt voor kleine, slappe golven, omdat deze minder
zinken bij het draaien. In hogere golven is snelheid geen probleem en wil je juist meer grip.
Daarvoor kies je dunnere rails die verder in het water zinken.
De juiste rails kies je niet alleen op basis van je vaardigheden, ook je gewicht is van invloed.
Hoe meer gewicht je hebt des te meer volume je nodig hebt in de rail. Kies je je rails te klein
dan verlies je snelheid en is je board moeilijker te controleren. Ook voor beginners is het
beter te kiezen voor dikkere rails, vanwege de stabiliteit.
Rocker:
De rocker is de “kromming” die loopt van de nose naar de tail. De “bottom rocker” is de
kromming die loopt langs de onderkant van de surfplank en de “deck rocker” loopt in een
rechte lijn over de bovenkant van je surfplank. De bottom rocker is de basis voor een goed
design. Het gedeelte tussen de bottom en deck rocker bepaalt de “foil” oftewel de
verschillende diktes over de gehele surfplank.
Naast de twee genoemde rockers, is er een derde: de “rail rocker”. Deze kromming volgt de
omtrek en de onderkant van de surfboard’s rails.
De rocker heeft de meeste invloed op de prestaties van een board dan enig ander element.
Een vlakke rocker is sneller, zowel met peddelen als met surfen, maar is moeilijker te
controleren in de bochten en bij het maken tricks. De rocker beïnvloedt de snelheid en de
wendbaarheid van een board.
Tail kick – Veel tail kick brengt de voorkant uit het water als je op de golfsurboard staat.
Dit maakt een surfplank wendbaarder en krijg je meer snelheid op het moment dat je
indropt. Het nadeel van veel tail kick is minder snelheid bij zowel het peddelen als het rijden.
Mid-sectie rocker- dit is waar de snelheid vandaan komt. Een platte rocker creeert
snelheid. De meeste shortboards hebben platte secties, omdat snelheid wordt gekregen door
te draaien en te pompen. Fish boards daarentegen hebben een veel plattere rocker
waardoor deze meer snelheid creeren in slappe condities. Surf je veel in slappe condities,
kies dan een surfboard met een vlakke rocker. Nose rocker – Voor shortboards met veel rocker kun je steilere goven pakken en later
indroppen. Een shortboard met meer nose rocker in combinatie met de zachte rails zorgt ervoor dat een golfsurfboard vergevingsgezind is in deze situaties.
De rocker is het belangrijkste element in de design van een surfplank.
Een goede bottom rocker, hetzij functioneel en goed uitgevoerd is het fundament van een
magisch board.
Er zijn twee typen designs, te weten: een continue curve en een gefaseerde curve of
hybride. Deze designs typeren de transitie tussen drie secties: nose rocker, midsection
rocker en tail kick.
Alle drie secties maken een board geschikt voor bepaalde golven en surfstyle.
Continue curve – de geleidelijke kromming maakt de surfboard wendbaarder. Meer rocker
betekent scherpere bochten en minder weerstand in een bocht. Een board met weinig rocker
heeft een grotere radius en meer weestand in een bocht.
Voor Funboards, evolutions en longboards geld eigenlijke hetzelfde principe. Alleen hebben
deze shapes minder rocker en halen (onder andere) daarom meer snelheid uit slappe golven.
Daar waar shortboards vooral gemaakt zijn om snelheid te halen uit de bochten en minder
snelheid krijgen uit vlakkere secties, halen funboards en evolutions de snelheid uit slappe
golven en geven meer weerstand bij bochten.
Gefaseerde curve – is een radicale uitbreiding van een continue curve, door de vlakkere
sectie in het midden van de plank. Hierdoor biedt een board meer snelheid, maar geeft ook
meer weerstand in bochten. Een gefaseerde rocker word gebruikt om het maximale te halen
uit de verschillende secties van een golf.
Een goede shaper weet hoe en waar de transitions van de rocker zich moeten bevinden. Een
slechte overgang tussen de sections zorgt er voor dat een plank veel snelheid verliest.
Behalve de kwaliteiten van de shaper, ligt het aan de surfer om optimaal gebruik te maken
van de vlakkere mid-sectie. Door het gewicht te verdelen kan een goede surfer in slappe
sectie meer snelheid halen uit het vlakkere midden en bij snellere secties, snelheid maken
door het maken van bochten.
Foil/ dikte
Foil is het gedeelte tussen de boven- en onderkant, oftewel de dikte van een board en de
manier waarop de volume is verdeeld.
Een goede foil is de juiste balans tussen alle andere elementen. Als je oude longboards of
shortboards van 10 jaar geleden vergelijkt met de huidige, dan valt op dat deze platter
dikker en enigszins lomp er uit zien.
Over het algemeen kun je voor het design van de foil stellen dat je dikte nodig hebt onder je
borst voor het peddelen, geen vreemde krommingen, een verfijnde tail en voor de nose
geldt dat het water makkelijk moet stromen.
Vinnen: (skegs)
De vinnen maken een surfboard controleerbaar. Zonder de vinnen zou je board continue
wegglijden en kun je je board alleen draaien met je achterste voet in het water.
Tegenwoordig wordt veel geëxperimenteerd met vinnen en zijn er talloze variaties mogelijk.
Niet alleen met het aantal, maar ook met de positie en de vorm.
Surfboard vin combinaties:
• Single Fin
• 3 vinnen (Thruster)
• 2 & 4 vinnen
Single Fin
Een enkele vin wordt vooral gebruik voor beginners boards, waar controle in plaats van
prestatie het belangrijkst is. Ook moderne longboards en sommige big-wave guns hebben
een enkele vin. Hoe groter de vin hoe meer controle een surfer heeft. Een te grote vin maakt
je board langzamer en maakt uiteindelijk een surfboard moeilijker te draaien. De optimale
lengte van een vin ligt tussen de 6” en 10” (15,24 cm en 25,40 cm). Single vinnen zitten
vaak tussen de 6”en 8” van de tail.
3 vinnen (Thruster)
Drie vinnen worden het meeste gebruikt. De thruster blijkt het beste te werken voor de
meeste mensen op de meeste boards. Dankzij de drie vinnen voelt een surfplank stabiel,
goed controleerbaar en geeft ook een goede wendbaarheid. De twee voorste vinnen richten
naar de nose. Hierdoor is de achterkant van de vinnen verder van elkaar verwijderd dan het
midden (base). Door deze eigenschappen krijgt een board meer snelheid is beter te draaien.
2 & 4 vinnen
Square tails - zijn vlak achteraan en komen het meeste voor. De breedte van de tail vergroot de wendbaarheid en is geschikt voor kleinere golven en
zwaardere surfers. Hoe meer volume en oppervlak in de tail, des te meer heb je om je af te zetten voor het maken van snelle, korte bochten. Hoe minder er is, hoe meer je gebruik moet maken van de rail.
Behalve de pintail en square tail zijn er een aantal variaties op beide. Een swallow tail combineert de wendbaarheid van een brede tail, waarbij de punten dezelfde functie hebben als een pintail.
Een variatie op de square tail is de afgeronde square tail (of squash), met meer volume in de
tail zal deze je board veel snelheid geven. Veel snelheid bij het indroppen, off the top,
gecombineerd met uitstekende controle en stabiliteit. Deze combinatie is de meest wendbare
en zeker een van de meest gevraagde door surfers.
De onderkant
De shape van de onderkant beïnvloed de manier waarop je surfboard glijdt. Ook hier zijn
weer talloze mogelijkheden voor shapes. Het komt er op neer dat het water dat langs de
rocker stroomt beïnvloed word door de shape van de onderkant. De belangrijkste shapes
zijn:
• Belly bottom
• Flat bottom
• Concave bottom
• Vee bottom
• Channel bottom
De twee belangrijkste kenmerken zijn, vee en concave. Vee shape betekent dat de
onderkant uit de stringer komt. In tegenstelling tot concave heeft een vee shape twee platte
kanten die spits toelopen naar de stringer. Een concave is het tegenovergestelde van vee en
maakt de onderkant eigenlijk hol. De verschillende mogelijkheden zijn een combinatie van
beiden. Belly bottom is een convex shaped (bol) onderkant. Deze shape wordt vrijwel alleen gebruikt
voor de voorkant van een board.
Een ‘flat bottom’ oftewel een platte onderkant is een snelle shape, maar is moeilijk te
controleren in snellere golven. Een platte onderkant is geschikt voor kleine, slappe golven.
Het is een goede onderkant voor beginnersboards en voor floaters.
Concave shapes tillen een surfplank op en creeren zo snelheid. Deze shape voorkomt dat
water onder de rails weg stroomt. Bij shortboards zal een concave vaak gecombineerd
worden met veel rocker om de surfplank wendbaar te houden. De meest voorkomende
shape is een dubbele concave met een vee. Deze shape combineert het beste van twee
werelden. De snelheid van concave en de wendbaarheid van een vee.
Een V-shape heeft twee platte oppervlakken die spits toelopen naar het midden. Hierdoor is
het board makkelijk wendbaar en bovendien snel in de bochten. In een rechte lijn van de
golf is deze onderkant minder snel dan concave.
Naast Vee en concave is er een derde element, namelijk channels. De werking van de
channels is hetzelfde als de concave. Het geeft een board meer snelheid bij een rechte lijn.
Concave:
[IMG]http://www.naturalcurvesboards.com/gifs ... ox.gif[IMG]
